In de wateren van de Atlantische Oceaan rond de Canarische Eilanden leven zo'n 150 vissoorten die van belang zijn voor de visserij- en schelpdierensector dankzij de gematigde watertemperatuur. Omdat het vulkanische eilanden zijn, worden zowel kust- als diepzeesoorten zeer dicht bij de kust gevangen, waardoor de lokale gastronomie over een uitzonderlijke variëteit en kwaliteit vis beschikt.
Vissen in de meertjes op de Canarische Eilanden
De eerste bewoners wisten al hoe ze moesten profiteren van de grote aanwezigheid van vis in de kustwateren. Om ze te vangen hoefden ze alleen maar met manden naar de kleine meertjes of baaitjes in de omgeving te gaan en de vissen te verdoven: een techniek waarbij het sap van inheemse Canarische planten (zoals cardoncactus en wolfsmelk) in het water werd gegoten om de vissen te verdoven en ze zo gemakkelijker te kunnen vangen.
De papegaaivis, een vis met een felrode kleur, is een van de meest voorkomende soorten op de eilanden en wordt zeer gewaardeerd door de bewoners en in hun gastronomie.
Een voedingsrijke koude golfstroom
De koude golfstroom van de Canarische Eilanden is rijk aan voedingsstoffen, wat de aanwezigheid van een grote variëteit aan diersoorten in zee bevordert. Bovendien wordt deze voedingsmiddelen door de passaatwinden en de topografie van de kust verspreid om zo de verschillende kustgebieden van de Canarische Eilanden te bereiken.
Vanwege het open oceaanwater en een ambachtelijke visserij, keren de boten binnen een paar uur na het uitvaren terug naar de haven. En ze meren aan met verschillende soorten verse vis, zodat de consument praktisch dezelfde dag nog van het product kan genieten.
Zo uit de zee op het bord
Het mariene ecosysteem van de eilanden herbergt soorten die leven in de diepzee (halfdiepe en diepe wateren) en de kustwateren in de gebieden vlak bij de kust. Hierdoor kunnen vissers kust- en diepzeevangsten op dezelfde werkdag combineren.
Deze ecologische omstandigheden maken het mogelijk dat soorten als gestreepte tonijnvis en blauwvintonijn op hun trektochten de wateren van de Canarische Eilanden aandoen en sommige soorten leven permanent in de wateren van de archipel. De zeebioloog José Antonio González zegt: "Slechts weinig regio's in de wereld kunnen bogen op dit grote voorrecht".
Andere populaire soorten zijn sardine, makreel en horsmakreel, de onbetwiste sterren van de Canarische gastronomie. Chef-koks, vissers en consumenten zijn vol lof als ze gerechten zoals visbouillons of stoofschotels met lokale rotsvissen proeven.
Op gastronomische reis langs de Canarische Eilanden
De gastronomie rondom vis en zeevruchten biedt verschillende specialiteiten en mogelijkheden, afhankelijk van het eiland:
Op Lanzarote wordt de heek zeer gewaardeerd, die door de vissers van La Graciosa wordt gevangen of de "soldaatgarnalen" (ook wel "garnalen van La Santa" genoemd”). Op Fuerteventura is het een traditie vis te eten die in de zon is gedroogd, vooral als het papegaaivis of ruwe haai is. Het is ook heel gebruikelijk om rode zeebrasem, witte zeebrasem of hors als visbouillon te serveren. Gran Canaria biedt een grote verscheidenheid aan vis uit de verschillende vissershavens, zoals sardines en makreel uit Agaete, zeebrasem en barnsteenmakreel uit Castillo de Romeral of tonijn uit Mogán.
In de keuken van Tenerife ontbreken garnalen, pijlinktvis, zeebrasem, octopus of Spaanse hondhaai nooit; ze zijn een delicatesse. La Gomera is het perfecte eiland om tonijn van het seizoen en kaviaar van La Gomera, die wordt gemaakt van makreelkuit, te eten Voor La Palma noemen we de smakelijke slijmkopvis en zwarte haarstaartvis. En tot slot, op El Hierro behoren wahoo, trekkervis en gestreepte tonijnvis tot de populairste vissoorten.
De visserij is een symbool voor de identiteit van de Canarische Eilanden, niet alleen vanwege de traditionele technieken die worden gebruikt, maar ook vanwege de grote gastronomische variatie die het onze smaakpapillen biedt.